Reconstructie van een mottekasteel in Terra Maris 

Motte Montferland

Vliedberg Boudewijnskinderen

Hoe de geschiedenis de ondergrond bloot kan geven zonder te graven. Soms kun je aan de gebouwen in een gebied, de ondergrond al inschatten. Neem bijvoorbeeld kastelen. Deze grote stenen bouwwerken moesten stevig zijn. Dikke muren en torens moesten ervoor zorgen dat de verdedigers veilig zaten en dat de aanvallers buiten de deur bleven. De eerste kastelen waren van hout en konden op een aarde heuvel staan, de zogenaamde mottes. 

Brederode

Huys D'ever

Kasteel Loenersloot

Later werden de kastelen groter en zwaarder. Aarde heuvels waren niet meer genoeg. Een stevige ondergrond was van groot belang. In landen als Frankrijk en Duitsland was er genoeg rotsige ondergrond. In Nederland is die bodem er niet. Als je nu kijkt naar de spreiding van kastelen in het westen van Nederland, dan valt je iets op. Ze staan allemaal mooi op een rijtje onder elkaar. Dan is er een strook niks en vervolgens zie je weer een strookje kastelen staan. Dit heeft alles te maken met de ondergrond. De kastelen in het westen van West Nederland staan op oude strandwallen en strandvlakten. Zand vormt hier een stevige ondergrond, die stevig genoeg is om een stenen gebouw te dragen. De meren daar rechts van vormden ook meteen een mooi obstakel. Mensen waren daardoor gedwongen de routes langs de kastelen te nemen. Kasteelheren konden op die manier de wegen goed in de gaten houden.

Met name Floris V bouwde veel zogenaamde dwangburchten om West-Friesland onder controle te houden (Kasteel Radboud foto 7). Ook de kastelen in de nattere gebieden werden niet lukraak gebouwd. Kastelen als het Muiderslot, Nuwendoorn en Horst werden gebouwd op zogenaamde stroomruggen. Dit zijn voormalige rivierlopen die opgevuld zijn met sedimenten zoals zand. Ze liggen verhoogd in het landschap en vormen een stevige ondergrond voor een kasteel.

Radboud, Medemblik

Muiderslot, Muiden

Nuwendoorn, Rekerdam

Middelburg, Alkmaar

Nuwenburch, Alkmaar