Tabakschuur

Bomenlaan

Grafheuvels

Tussen Rhenen en Elst in de provincie Utrecht op de Utrechtse Heuvelrug ligt een bijzonder stukje geschiedenis. Laten we beginnen met de naam. In 1853 werd hier een tabaksplantage aangelegd vernoemd naar de toenmalige koning. De tabaksschuren en de lanen met bomen zijn hier nog een restant van. Een vreemde plek, want de bodem was (en is) er nauwelijks voor geschikt. Tabak heeft een vruchtbare grond nodig, maar hier vinden we nu heide. Een voedselarme grond. Men heeft waarschijnlijk heel veel mest hier neergelegd, om hier een plantage te creëren (en later weer weggehaald). Het enige voordeel van dit gebied was dat dit deel op de zuidelijke helling lag, daar waar de zon staat en een warmer microklimaat heerste. De helling van wat? Plantage Willem III ligt op een aardkundig monument. 

Steilrand rechts op de foto

Opbouw van het landschap

Opbouw van het landschap II

Als je vanaf de Rijn naar het noorden kijkt, zie je eerst de uitwaarden van de Rijn. Daarna een zes meter hoge steilrand. Vervolgens zie je dan een glooiend landschap, met daarachter een steilere helling. Deze helling is een stuwwal, ontstaan in de voorlaatste ijstijd. De voorkant van het landijs lag aan de andere kant van de stuwwal die je ziet. In warmere perioden ontstond er tussen de ijskap en de stuwwal een meer van smeltwater dat soms over de stuwwal heen kon stromen en een deel van de stuwwal weg kon schuren. Het bodemmateriaal dat daarbij werd weggespoeld werd aan de zuidzijde van de stuwwal weer neergelegd in de vorm van een golvende waaier. Dit noemen we een sandr. In het nog snelstromende water sedimenteerde grof zand en fijn grind, iets wat nog goed te zien is in de bodem van de Plantage. De kleinere leem- en kleideeltjes zijn verderop bezonken, daar waar het water rustiger ging stromen. Dit smeltwater vormde droogdalen en sneeuwsmeltwaterdalen. Zo een sneeuwsmeltwaterdal is heel duidelijk te zien op het terrein van Plantage Willem III. Links en rechts van deze dalen zijn de sandr ook duidelijk waarneembaar. Bovenop de sandr vinden we ook nog een groot aantal grafheuvels, wat betekent dat er rond 2800 v. Chr. bewoning was in dit gebied.