Schokland is een voormalig eiland in de Noordoostpolder. Voor de inpoldering was het eiland een belangrijk oriëntatiepunt voor de vissers op de Zuiderzee. Het lag aan de monding van de IJssel op een druk bevaren scheepvaartroute. Bij storm zochten de schepen beschutting aan de oostkant van het eiland. 

Schokland bestond uit drie terpen: Emmeloord, Ens (verdeeld over Middelbuurt en De Zuidert) en de Zuidpunt. Deze laatste was onbewoond. De gebieden waren met elkaar verbonden door loopplanken die aan de zeewering vastgemaakt waren. Deze waren net geen halve meter breed en dat maakte het dat elkaar passeren best lastig was. Men pakte elkaar dan beet bij de schouders of heupen en draaiden dan om elkaar heen. Dit werd het Schokkerdansje genoemd.

 

In de middeleeuwen was Schokland veel groter. Zware stormen zorgden voor landafslag. Hierdoor werd het eiland steeds kleiner. Tijdens de stomvloed van 1825 kwam het gehele eiland onder water te staan. Tientallen woningen, de twee kerken, de vuurtoren op de Zuidpunt en een deel van zeewering raakten zwaar beschadigd. Ook spoelden 20 huizen weg. 

Dertig jaar later, in 1855, werd vanwege verdere landafslag de Zuiderbuurt ontruimd. In 1859 werd het gehele eiland ontruimd. De reden hiervoor waren de onveilige situatie, de hoge kosten voor de instandhouding van het eiland en de algemene armoede. Schokland behoorde op dat moment tot de armste gemeente van Nederland, omdat de visserij nauwelijks nog levensvatbaar was. Op het moment dat de ontruiming gelast werd, woonden er nog 650 mensen op Schokland. Echter, na de ontruiming vond er nauwelijks meer kustafslag plaats. 

Tot 1932 lag Schokland als een echt eiland in de Zuiderzee, die na de voltooiing van de Afsluitdijk in 1932 het IJsselmeer werd. Met het droogvallen van de Noordoostpolder in 1942 werd het eiland volledig omgeven door land.

Terp Emmeloord

Emmeloord was een terpdorp en het noordelijke deel van Schokland. Door de vele overstromingen werd het plaatsje in 1859 ontruimd. 

Voormalige lichtwachterswoning met replica vuurtoren

Voormalige haven

Replica vuurtoren met Misthoorngebouwtje

IJsbrekers

Terp Ens met Middelbuurt en De Zuidert

Middelbuurt of Molenbuurt

Terp Middelbuurt was een onderdeel van Ens. Alleen de Enserkerk uit 1834 en een ijsloperschuur is behouden gebleven, beide tegenwoordig rijksmonument. In de jaren tachtig zijn huizen geplaatst in Zuiderzeestijl waarin zich het Museum Schokland bevindt. De terp zelf is tegenwoordig een archeologisch rijksmonument.

De Zuidert of Zuiderbuurt

Terp De Zuidert was een onderdeel van Ens. De terp werd bewoond vanaf 1400. In 1775 zijn de huizen door brand verwoest en daarna heropgebouwd. De Zuidert met destijds 14 gezinnen is in 1855 ontruimd, waarna vier jaar later geheel Schokland ontruimd werd. De terp is tegenwoordig een rijksmonument. Op de terp is een woning en een waterput gereconstrueerd.

"Zicht vanuit De Zuidert" op Middelbuurt door Hermanus Koekoek

Gereconstrueerde waterput

Terp de Zuidert met een woning

Woning op de terp

Terp Zuidpunt

Ensenerkerk

De kerk werd in de 14e eeuw op een terp op de zuidelijke punt van Schokland gebouwd. Het materiaal was afkomstig van een oudere kerk, die nog wat zuidelijker op het eiland heeft gelegen. Door overstromingen was de oude kerk verloren gegaan.

In de loop van de tijd werd de kerk in zeven fasen uitgebreid totdat in de loop van de 16e eeuw de grootste omvang was bereikt.

In het begin van de 18e eeuw werd besloten om iets noordelijker op het eiland, in de Middelbuurt, een nieuwe kerk te bouwen. Van de oude kerk werd daarna geen gebruik meer gemaakt en deze raakte steeds meer in verval. Uiteindelijk werd in het begin van de 19e eeuw besloten om de kerk af te breken.

Fundament van de vuurtoren uit 1825

De middeleeuwse kerk op de zuidpunt van het eiland werd aanvankelijk als baken gebruikt door schippers en vissers. Na het vallen van de duisternis was het de gewoonte vissersvuren aan te steken om schepen veilig de haven binnen te loodsen. In de 17e eeuw werd er op de zuidpunt een vuurbaak geplaatst, een gebouwtje met een takel en een korf waarmee brandende turf omhoog gehesen kon worden. In 1635 wordt op dezelfde plaatse een 'vuurboete' gebouwd, een stenen gebouw met een rooster op het platte dak waar een open kolenvuur gestookt werd. Om de bouw en het onderhoud van deze vuurboete te bekostigen werd lange tijd tol geheven, het zogenaamde 'Ensergeld'.

Nadat in 1825 de vuurboete door de storm werd verwoest, bouwde Rijkswaterstaat een nieuwe, ronde vuurtoren. De fundamenten hiervan zijn nog steeds zichtbaar op de zuidpunt. De laatste vuurtorens op Schokland waren open ijzeren constructies, zowel op de zuidpunt als op de terp Emmeloord. Beide zijn na de drooglegging afgebroken.